Betrokkenheid van de industrie bij het onderwijs wordt steeds belangrijker

De Hogeschool van Arnhem en Nijmegen organiseerde ter afsluiting van de eerste run van semester 6 een seminar, waar Kees Slingerland keynote speaker was. Bachelorstudenten (3e jaars) hebben de afgelopen maanden een nieuwe opzet gekregen in hun opleiding. Ze werkten in projectteams aan onderzoeksvragen van autobedrijven. Deze bedrijven begeleidden ook het studentenwerk om een ​​optimale interactie tussen onderwijs en praktijk te bewerkstelligen. Dat klinkt goed. Natuurlijk kan de betrokkenheid van industriële partners het onderwijs dynamischer en meer gericht op de praktijk maken. Maar het is veel belangrijker om de industrie bij het reguliere onderwijs te betrekken.

Hightech-vaardigheden ontwikkelen

Allereerst is er een groeiende kloof tussen de vraag naar jonge ingenieurs en het aantal afgestudeerden van de HAN en andere hogescholen. Dat werd al geconcludeerd in het KPMG-onderzoek, uitgevoerd in opdracht van ACE in 2019. Het werd door de industrie aangemerkt als hun belangrijkste belemmering voor groei. Ook op Europees niveau is er grote bezorgdheid over de beschikbaarheid van voldoende hightech professionals in de toekomst. Een EU-onderzoek "High Tech Skills for Europe" (ACE was lid van het deskundigenpanel van dit onderzoek) toont aan dat 82% van de 200 geïnterviewde professionals aangeeft dat de betrokkenheid van industriële partners zeer nuttig is bij de ontwikkeling van hightechvaardigheden nu en in de toekomst.

Tegelijkertijd ontwikkelt de auto-industrie zich aanzienlijk en snel. Koppelingen met andere industrieën, zoals de energiesector of de ICT-branche, worden sterker. De auto-industrie wordt onderdeel van een groter geheel. Dergelijke ontwikkelingen kunnen direct worden geïllustreerd met praktijkervaringen van industriële partijen in de opleiding van young professionals. Al deze argumenten hielpen bij het herontwerp van semester 6 en de eerste run was succesvol. ACE hielp graag met het introduceren van deze nieuwe aanpak.